Rechtsvorm, Stichting of Vereniging is een moeilijke keuze, omgeven door juridische consequenties.
Een stichting is ook in Nederland een rechtspersoon die wordt opgericht bij notariële akte, door één of meerdere natuurlijke of rechtspersonen.
Een vereniging heeft leden, een stichting niet. Dit laatste is bij wet geregeld. Hebben bepaalde personen binnen een stichting een rol die op dat van een lid lijkt, dan overtreedt de stichting de wet. Daarnaast is een vereniging in de praktijk democratischer dan een stichting. Een vereniging moet een Algemene Ledenvergadering hebben. Een stichting kan geen Algemene Ledenvergadering hebben en is om deze reden doorgaans slagvaardiger dan een vereniging.
Stichtingsbestuurders worden door het bestuur gekozen. Bij een vereniging benoemen de leden een bestuur dat verantwoording aan hen aflegt. Een stichting heeft geen leden die het bestuur controleren en hoeft zich niet bij een algemene ledenvergadering te verantwoorden.
Eisen aan statuten van een stichting zijn anders dan die van een formele vereniging. Statuten van een vereniging kunnen alleen door de Algemene Ledenvergadering worden gewijzigd. Bij een stichting kan dit door het bestuur of door de Rechtbank.
De werking van de stichting:
De rechtbank ontbindt een rechtspersoon, indien:
a. aan zijn totstandkoming gebreken kleven;
b. zijn statuten niet aan de eisen der wet voldoen;
c. hij niet onder de wettelijke omschrijving van zijn rechtsvorm valt.
Samengevat:
Dit zijn de belangrijkste zaken die spelen bij het vaststellen van de rechtsvorm kan de checklist van de universiteit van Maastricht behulpzaam zijn. Ook bij de KVK of in het Burgerlijk Wetboek is er informatie beschikbaar die behulpzaam is bij de juiste keuze.
Is een vereniging dan per definitie de oplossing? Ja, maar het probleem zit hem in het eigendom en vermogen van de stichting, dit kan niet eenvoudig overgedragen worden aan een vereniging. Indien er spraken is van eigendom en/of vermogen kan ook gekozen worden het vermogen en eigendom in een stichting te laten en naast de stichting een vereniging op te richten. Nadeel is opnieuw dat zeggenschap over eigendom en/of vermogen, slechts bij een (te) klein groepje mensen c.q. het bestuur ligt.
Er is ook een oplossing waarbij alle eigendom en/of vermogen gelijkelijk verdeelt wordt/is over de leden, dat is een coöperatie. Bij een coöperatie is elk lid in gelijk mate eigenaar, omdat eigendom+vermogen gedeeld wordt over de leden. De coöperatie is in principe inkomstenbelasting plichtig.